Santa Cruz

We hebben er een bijna een gewoonte van gemaakt om in het “bijna donker” aan te komen bij een haven. Dit was 23 oktober ook het geval bij aankomst in Santa Cruz, de hoofdstad van Tenerife. Anne, Marjorie en ik legden een half uur na zonsondergang aan in de haven. Met het laatste licht konden we nog net zien waar de boten en de aanlegsteigers lagen. Maar bij het opentrekken van het ankerbiertje om de aankomst te vieren was het echt stikdonker.
Santa Cruz bleek een zeer plezierige mondaine stad te zijn met een fijne marina die midden in het centrum van de aantrekkelijke stad ligt. Je kunt in Santa Cruz heerlijk eten, rondlopen en shoppen, net zo als in een grote Nederlandse stad. Het was een genoegen om er 12 dagen te liggen.
Rondrijden en wandelen op Tenerife
In een huurauto zijn Anne, Marjorie en ik het eiland rondgereden en we hebben er ook een aantal wandelingen gemaakt. Grootste natuurfenomeen van Tenerife is de Teide, een berg van 3717m hoogte. De Teide is daarmee ook gelijk de hoogste berg van heel Spanje. Helaas wat het dag dat we naar de Teide reden mistig, koud en winderig. Daardoor hebben we de top toen niet gezien.
Het landschap met lavavelden, alleenstaande rotsen en puimsteen was echter door het ruige weer ook weer heel indrukwekkend. Terwijl het in Santa Cruz heerlijk zonnig was met een temperatuur van 25 graden, liepen we op een winderig, koude, hoogvlakte van 2200m opeens in lange broek, trui en jas bij een temperatuur van 10 graden. Helaas konden we niet naar de top van de Teide omdat je daarvoor al een half jaar van te voren kaartjes had moeten kopen.

Op Tenerife was ik tijdens een hardlooptraining helaas zwaar gevallen op een aantal rotsblokken waardoor ik een week lang amper kon lopen. Vanuit mijn hardloopgroep in Houten kreeg ik de terechte terechtwijzing dat ik als 60 jarig het urban trailrunning maar moet overlaten aan soepele 20 jarigen. Ik vrees dat ik echter hardleers ben en binnenkort toch weer de spanning van mooie hardlooptrails ga opzoeken. een aantal dagen met Anne en Marjorie op Tenerife te hebben rondgereden, kon ik hen uitzwaaien. Anne is – samen met mij – in drie weken tijd van Madeira naar Gracioza, Lanzerote, Gran Canaria en Tenerife gevaren. Dat was heerlijk en vooral gezellig terwijl we nog lang niet uitgepraat waren.

Een paar dagen na het vertrek van Anne en Marjorie kwamen echtgenote Jessica en mijn zoon Sietse aan boord. Sietse blijft mij enkele maanden gezelschap houden. Met Jessica en Sietse hebben ik ook nog aantal mooie tochten gemaakt op Tenerife. De Teide was gelukkig nu wel uit de wolken en in volle glorie te bewonderen.
Wat eten we onderweg en waar stouwen we de voorraden?
Met opstapster Marjorie had ik op Gran Canaria een hele avond besteed aan het maken van een van menulijsten voor drie weken. Dit ter voorbereiding van de grote oversteek van drie weken naar Suriname. Dat leverde ook gelijk een boodschappenlijst van drie volle pagina’s op. Jessica, Sietse en ik hebben het meeste producten van deze lijst in Santa Cruz kunnen inkopen. Sietse en ik hebben daarop nog wel een hele dag moeten besteden aan het bijwerken van de spreadsheets om niet alleen te beschrijven wat we aan voorraden hebben, maar vooral om ook vast te leggen waar we de voorraden hadden opgeborgen. Tijdens de vertrekkersdagen die Sietse en ik een jaar geleden bezochten, kregen we van de bemanning van de Antaris een prima spreadsheet voor het bijhouden van de voorraden en boodschappenlijsten. Deze “Hedda files” bleken echt zeer nuttig te zijn.
Frustraties bij het uitklaren
De formaliteiten bij het vertrekken uit Europa waren ons nog niet helemaal bekend en daarom gingen Sietse en ik de laatste dag op Santa Cruz naar de havenpolitie om de kennelijk nodige stempels op te halen. Gebleken was dat het op la Gomera niet meer mogelijk zou zijn om uit te klaren. Alle vooroordelen die je maar kunt bedenken ten aanzien van beambten in Zuidelijke oorden bleken van toepassing op de havenpolitie van Santa Cruz. Een politieman die duidelijk weinig anders te doen had dan het van links naar rechts en van rechts naar links schuiven van steeds dezelfde stapeltjes papier, heeft ons 2 uur bezig gehouden met vooral wachten totdat hij tijd vrij wilde maken. Na afloop van deze vertoning wist Sietse mij te vertellen dat hij op het kantoor van de havenpolitie een lijstje had gezien van strepen, rangen en standen van politieambtenaren en dat hij daarbij had gezien dat de betreffende man de laagste rang had die er was binnen het politieapparaat van Tenerife. Ongetwijfeld probeerde deze ambtenaar met zijn ambtelijke vertragingstactieken zijn eigen status te verhogen. Frustrerend dus, wetende dat als je je echt gaat opwinden dit alleen maar tot verdere vertraging leidt.
Oversteken naar la Gomera
Na twaalf dagen Santa Cruz was het 4 november tijd om – samen met Jessica en Sietse – te vertrekken richting San Sebastian op het eiland La Gomera. De tussenstop in de onaantrekkelijke Marina San Miguel was daarbij een noodzakelijk kwaad om er twee ontspannen dagtochten van te maken.
Voor de overtocht van Marina San Miguel naar La Gomera waren we gewaarschuwd op de vertrekkers app voor de accelaratiezones tussen de Zuidwest kust van Tenerife en La Gomera. De dag voordat wij naar la Gomera zouden oversteken kreeg een Nederlandse vertrekkersboot 38 knopen wind voor de kiezen, een dikke 8 Bft! Gewaarschuwd voor deze windstoten gingen wij 5 november met sterk gereefde zeilen op pad. Gelukkig bleek de natuur soms ook mee te zitten. We hebben alleen maar 10-20 knopen wind gehad bij de oversteek. Kortom een heerlijke zeiltocht, waarbij we al snel alle zeilen konden bijzetten.
De zeestraat tussen Tenerife en La Gomera is bekend om de vele walvissen. Diverse malen hebben we die dag pilot whales gezien.Erg spannend was dat helaas niet omdat deze beesten kennelijk aan het slapen waren en daarbij bijna bewegingloos aan de oppervlakte
Intermezzo: De vertrekkers netwerken en communiceren op zee en buiten Europa
Contact met andere bemanningen is altijd leuk. Contact met Nederlandse vertrekkers is echter nog veel leuker. Naast gezellig borrelen en kletsen op de steigers of bij elkaar aan boord, is er ook intensief onderling contact via de spontaan gevormde app groep Sailing Dutchies. Het is fijn om te weten waar alle vertrekkersboten liggen, maar nog fijner is het om via de app groep info te krijgen over de wetenswaardigheden van de overtochten en de aankomsthavens.
Los van Sailing Dutchies app groep is er dit jaar ook een SSB app groep die elkaar van de contactfrequenties en contactmomenten op de SSB op de hoogte houdt.
Misschien ook omdat ik mijn eigen SSB radio nog niet goed aan de praat heb gekregen, krijg ik de indruk dat de meeste vertrekkers geen SSB radio meer hebben, maar tijdens grotere overtochten vooral de Iridium GO gebruiken voor het binnenhalen van weerberichten en voor telefoon, mail- en sms verkeer. Alhoewel de communicatie via zowel de SSB als de Iridium GO zeer traag gaat en een te ontvangen bestand van 30 Kb opeens een “groot” bestand is, werkte de Iridium Go simpel en goed tijdens de overtochten. Vooral de combinatie van Iridium Go en het programma PredictWind vind ik erg plezierig. Misschien vooral ook omdat de service afdeling van PredictWind mij op Tenerife uren lang – met engelengeduld – telefonisch geholpen heeft om de hardware en software werkelijk goed aan het draaien te krijgen.
In landen buiten Europa is het uiteraard verstandig om onze normale communicatieverslaving sterk aan banden te leggen. De nota’s van de Nederlandse providers lopen anders op snel tot astronomische hoogte op als je meer doet dan de magere dagbundels die deze Nederlandse providers buiten Europa aanbieden.
Op de Kaap Verden bleek het gelukkig mogelijk te zijn om een lokaal telefoonkaartje van 6 GB te kopen waardoor we toch weer goedkoop kunnen mailen, internetten en appen. Dit zullen we in elk volgende (ei)land weer opnieuw moeten uitzoeken.
San Sebastian de la Gomera

Tegen alle gewoontes in kwamen we al halverwege de middag aan in San Sebastian. Dit stadje is de hoofdstad van het kleine eiland La Gomera. De haven ligt feeëriek midden in het kleurrijke en gezellige stadje. In de marina bleek bij aankomst al zes andere Nederlandse vertrekkersboten te liggen. De meeste bemanningen kenden we al van eerdere haven, maar het was ook heerlijk om weer met een aantal nieuwe bemanningen kennis te maken die we alleen qua naam kenden van de vertrekkersapp. Omdat vanuit La Gomera de meeste boten vertrekken voor langere overtochten, werd ook veel gesproken over de laatste weerberichten en over het ideale vertrekmoment richting de Kaap Verden of de Caraïben.
Omdat we op Tenerife al veel hadden ingekocht, hoefden we in San Sebastian alleen nog maar de laatste verse producten in te kopen die we nodig hadden voor de overtocht naar de Kaap Verden. Het vers gekochte fruit en de groenten stalden Sietse en ik trots in het net dat we speciaal daarvoor in de kajuit hadden opgehangen.
Rondtochten op het eiland

La Gomera is een bekend wandelaarseiland. Alhoewel er veel wandelpaden waren, vonden we het eiland leuk, mooi, maar niet héél erg mooi. Wellicht kwam dat vooral omdat we een aantal dagen matig, bewolkt, weer hadden. Dat zorgde in de bossen op de bergen voor mist en veel vochtigheid.
Gelukkig konden we de laatste dag dat Jessica aanwezig was nog wel een mooie wandeltocht maken rond de top van het eiland. Dat leverde een prachtig 360 graden uitzicht op, waarbij we Gran Canaria, Tenerife, La Palma en El Hiero konden zien liggen. De Teide op Tenerife was die dag ook nog geheel zonder wolken te aanschouwen.
De oversteek na de Kaap Verden.
Nadat Jessica weer vertrokken was richting Nederland konden Sietse en ik, samen met de nieuwste opstapper Erik, ons klaar maken voor de overtocht van 6-7 dagen.
De weerberichten die we hadden opgehaald beloofden redelijk goed weer, met halverwege de overtocht een stevige wind en de laatste twee dagen van de overtocht maar 10 knopen wind. Omdat je nooit aan de overkant komt als je maar blijft wachten op nog beter weer, maar vooral ook omdat de weerberichten bij een later vertrekmoment steeds minder goed werden, besloten we op 11 november, de dag na aankomst van Erik, maar gelijk te vertrekken voor de langste overtocht die ik ooit gemaakt had.


Behalve de eerste dag en de laatste dag zie je dan 5 dagen alleen maar zee. Dat betekent ook dat je terugschakelt naar een heel rustig leefschema. Dat bestaat slechts uit slapen, wachthouden, boekje lezen, weerbericht ophalen, om je heen kijken, kletsen en vooral (lekker) eten. Na een eerste anderhalve dag begin je in een heel rustig ritme te komen, waarbij je de hele dag bezig kunt zijn met de weinige dingen die gedaan moeten worden en waarbij je ook niet steeds denkt aan het aankomen op de volgende bestemming. De wereld wordt dan wel heel overzichtelijk op een zeilboot van 11 meter. Opmerkelijk onderdeel van de dagelijkse routine werd ook het dagelijks in zee gooien van dode vliegende vissen en octopussen welke ’s nachts aan boord beland zijn.
Intermezzo: wachtlopen
Tijdens de grote overtochten wordt er ’s nachts uiteraard gewoon door gezeild.
Tot deze overtocht zeilde ik met een wachtschema waarbij je elkaar om de drie uur aflost. Omdat je met twee personen ‘s nachts dan toch wat te weinig slaap krijgt, moest je overdag, om de beurt, ook nog even wat bijslapen. Met drie opstappers werd het wachtlopen een stuk ontspannener. We besloten een schema aan te houden waarbij één persoon wacht liep van 21:00-24:00u én van 6:00 tot 9:00 uur. De twee andere zeilers hoefden dan maar drie uur wacht te lopen (of van 00:00-3:00 u, of van 3:00-6:00u). Als je maar 3 uur hoeft wacht te lopen kon je uiteraard ook negen uur heerlijk slapen terwijl de man met twee wachtbeurten maar 6 uur kon slapen. Uiteraard wisselden we wel steeds door in dit schema, waardoor je om de drie dagen twee wachtbuurten in een nacht kreeg We hebben dit schema als zeer plezierig ervaren. De persoon met twee wachtdiensten had immers wel het geluk dat het tijdens zijn tweede wacht al licht werd, waardoor die wachtbeurt toch niet als zwaar ervaren werd.
We spraken ook met elkaar af dat als er ’s nachts wat moest gebeuren buiten de kuip (bijvoorbeeld bij het reven van het grootzeil of bij gijpen) een van de slapers wakkergemaakt zou worden voor ondersteuning. Dit vooral om te voorkomen dat er ongelukken zouden gebeuren waarbij iemand over boord zou kunnen vallen zonder dat de anderen dat zouden merken. Ook had de persoon die ’s nachts wacht liep altijd een zwemvest aan. Als er iets bij de mast moest gebeuren, dan verplichten we onszelf ook om dat altijd aangelijnd te doen. Gelukkig was niet alleen mogelijk om dit af te spreken, maar we konden het ook goed van elkaar hebben als we elkaar aanspraken op het vasthouden van deze regels. Dat gaf veel vertrouwen in elkaar en daardoor ook een groot gevoel van veiligheid. Dit was heel fijn en vooral geruststellend tijdens de nachten met stevig weer.
Stevig weer
Zoals geschreven zou het halverwege de overtocht wat steviger gaan waaien. Voorspeld was een windkracht 5 met soms wat kleine uitschieters. Op de windmeter zagen we echter in die 2 dagen vooral 18-25 knopen wind met uitschieters van 35 knopen. Dus een vaak 6 Bft met uitschieters van 8 Bft. De golven groeiden daarbij ook tot watermuren van 3-4 meter. Dat klinkt allemaal best wel heftig en zo ervaarden we dat de eerste uren ook. Zelf had ik nog nooit zo ruig weer meegemaakt op zee.
Het bleek echter dat de boot dit weer en de zeegang prima aankon. De boot zeilde en deinde rustig over alle golven zonder dat er water aan boord kwam. Omdat de wind ook steeds schuin van achteren inkwam, bleef de boot ook redelijk recht overeind zeilen. Geleidelijk leer je dan te vertrouwen op de boot waardoor we alle drie ’s nachts ook durfden – en konden – slapen als we geen wacht had.
Aankomst op Sal

Zoals bekend komt na regen zonneschijn en zo komt na een stevige wind ook perioden met rustig weer. De laatste anderhalve dag van de overtocht werd het wind zelfs zo rustig dat we de motor er bij aanzetten om toch nog wat voortgang te maken
Zaterdag 17 november, om 18:00 u lokale tijd, konden we het anker laten vallen in de haven van Palmeira op het eiland Sal. We hadden de 760 mijl afgelegd in 151 uur, een gemiddelde dus van 5 mijl per uur. Dit gemiddelde is natuurlijk wel wat vertekend doordat we, vooral de laatste 2 dagen, de motor steeds bijgezet hebben. Omdat het om 18:00 u op Sal al heel donker werd, konden we – volgens gewoonte – ons eerste biertje pas opentrekken toen het pikkedonker was.
Volgende blog: 11. De Kaap Verden