Dominica


Doordat we wat tijd verloren hadden bij de reparatie van de keerkoppeling op Martinique, hebben we ons verblijf in Dominica wat moeten inkorten. Bij aankomst in Roseau op 17 maart bleek al snel dat het eiland enorm geleden had onder hurricane Maria, een hurricane van de 5ecategorie die op 18september 2017 over Dominica heen geraasd is. 90% van alle gebouwen op het eiland heeft daarbij schade opgelopen en in de heuvels bleken ongeveer alle bomen omgewaaid te zijn.
In alle pilots stond dat het goed ankeren was voor het Anchorage Hotel iets buiten Roseau. Dit hotel bleek echter nog totaal vernield en verlaten te zijn. Gelukkig bleken de moorings al wel weer neergelegd te zijn zodat we prima konden aanleggen. We werden weer extra blij toen bleek dat naast het vernielde Anchorage hotel al wel een prima restaurant was hersteld en geopend.

De volgende dag zijn we met een taxi naar een van de hoogtepunten van het eiland gegaan: de watervallen van Trafalgar Falls. De bleken echt prachtig te zijn en het heerlijk om in het meertje onder de watervallen te zwemmen. Maar helaas moest we dat meertje wel delen met honderden Duitse cruise toeristen die met vele taxi’s en bussen aangevoerd werden.
De volgende dag zijn we doorgevaren naar de prachtige Prince Rupert Baai. Ook hier weer veel verwoeste gebouwen en natuur, wat toch een treurig gevoel geeft.
Omdat opstapper Erik een terugvlucht had geregeld op Guadeloupe hebben we maar heel kort van het mooie maar verwoeste Dominica mogen genieten. Voor hurricane Maria schijnt het een wondermooi, groen, eiland te zijn geweest, nu was het vooral treurig omdat het nog jaren zal duren voordat het arme eiland de verwoestingen te boven zal kunnen komen en de infrastructuur hersteld zal zijn.
Intermezzo: koloniaal stuivertje wisselen tussen landen
Alle Caribische eilanden hebben een turbulente historie. Meestal zijn ze door Columbus ontdekt in zijn diverse tochten naar het Caribische gebied aan het eind van de 15eeeuw. Daarbij werden de eilanden Spaans bezit. Toen echter in de 17-en 18eeeuw ontdekt werd dat er geld verdiend kon worden met het exploiteren van (suiker)plantages, hebben vooral Frankrijk en Engeland heftig om het bezit van elk eiland gevochten. De geschiedenis van Dominica laat dit ook zien. Het werd in 1493 Spaans toen Columbus er langs voer en het eiland tot Spaans bezet bombardeerde. In de 17eeeuw meende Frankrijk dat ze eigenaar moesten worden van Dominica. Vooral ook omdat het tussen de Franse eilanden Martinique en Guadeloupe inligt. De Engelsen dachten daar anders over en namen ook delen van het eiland in bezit. Bijzonder van het bijzonder bergachtige en ontoegankelijke Dominica was dat nog de Fransen nog de Engelsen er in slaagden om de oorspronkelijke Carib bevolking echt te verslaan in het ruige en ontoegankelijke berglandschap van Dominica . Ruim 30 jaar konden de lokale Carib bevolking hun onafhankelijk nog bewaren, maar in 1783 bleek de Engelsen toch in staat de lokale bevolking te verslaan. De Fransen bleven echter ook nog in het land wonen, wat er toe leidde dat veel (dorps)namen nog steeds Frans zijn op het eiland. In 1805 hebben de Fransen het eiland verlaten en hun bezit tegen een aanzienlijke vergoeding aan de Engelsen overgedragen.
Met het afschaffen van de slavernij waren de grote suikerplantages opeens niet winstgevend te exploiteren, waardoor het “aanhouden” van de Caribische eilanden opeens minder aantrekkelijk werd voor de Europese landen. Dit leidde er bijvoorbeeld toe dat St Barth in het midden van de 19eeeuw door de Zweden verkocht/weggegeven werd aan de Fransen. Uiteraard hebben de Nederlanders ook vrolijk meegedaan aan dit Monopoly spelletje in het Carieb, waardoor De ABC eilanden, St Eustatius, Saba en St Maarten nog steeds tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren.
Veel zeilers vonden Dominica een prachtig eiland. Omdat we er door tijdgebrek maar 2 dagen zijn geweest hebben we het eiland onvoldoende goed leren kennen om een echt oordeel er over te hebben.
Point de Pitre op Guadeloupe

19 maart hebben we de oversteek gemaakt van Dominica naar Point de Pitre in Guadeloupe. Daar legden we voor het eerst sinds maanden weer aan in een grote marina. Al snel bleek dat het liggen in dit soort mega marina’s ons niet gelukkig maakt en vooral veel minder leuk is dan het voor anker liggen.
Guadeloupe is een Frans eiland met een vorm van een vlinder, met aan de West zijde het bergachtige Basse-Terre en aan de Oostzijde het veel vlakker Grande-Terre.
Onverwacht prachtige waterval en bierbrouwerij


Na Erik afgezet te hebben op het vliegveld van Guadeloupe, zijn Sietse en ik met een huurauto de binnenlanden van Basse-Terre ingereden. Opeens vroeg Sietse mij om te stoppen. Hij had gelezen over een lastig te vinden waterval.
Toen hij een aantal volledig doorweekte mensen uit het tropische oerwoud zag komen, vroeg hij aan hun of ze de waterval hadden bezocht.
De mensen bleken inderdaad van de waterval vandaan te komen, waarna wij via een zeer glibberig paadje door een tropische regenwoud ook afdaalden naar deze waterval. Daar aangekomen waanden we ons in een paradijs. Het water van een prachtige waterval viel in een mooi meertje dat weer omzoomd werd door prachtige groene begroeiing. Vooral het feit dat wij met z’n tweeën alleen waren bij het meertje en de waterval, gaf ons dat extra paradijselijke gevoel. Omdat we zonder zwemspullen afgedaald waren, hebben wij dit paradijselijke gevoel nog versterkt door in ons Adams kostuum te water te gaan.
Na ook weer via de glibberpaden omhoog geklommen te zijn, zijn we nog op bezoek gegaan bij de artisanale bierbrouwerij van Lezarde. Deze brouwerij was gelegen in een prachtige tropische tuin. Het was een genot om in zo’n mooie tuin een heerlijk speciaal biertje te drinken.
Ilet Gossier en afscheid van Sietse

Inmiddels hadden we op Guadeloupe mijn oud collega Etienne en z’n vriend Stefan opgehaald uit het vliegveld, waarna we (gelukkig) weer weg konden gaan uit de massale marina van Point de Pitre. We besloten om het anker uit te gooien bij het eilandje Ilet Gossier. Helaas moest ik bij Ilet Gossier ook afscheid nemen van Sietse. We hebben meer dan 4 maanden samen gezeild en geen moment was dat vervelend. Wat een voorrecht om zolang met mijn zoon te mogen samenzijn. Los van het plezier dat we samen hadden, waren we ook een goed team op zeilgebied. We vertrouwden blind op elkaar als het zeil technisch wat lastiger werd, waardoor ik -ook bij slechter weer – mij altijd volkomen veilig voelde op de Atropos.
Les Saintes



Na 23 maart afscheid te hebben genomen van Sietse, voeren Etienne, Stefan en ik nog naar de eilandengroep van Les Saintes. Daar gooiden we het anker in het water op het moment van de zoveelste prachtige zonsondergang. De Saintes zijn een aantal eilandjes die een paar mijl ten zuiden van Basse-Terres liggen. Op het hoofdeiland(je) Terre de Haut hebben we heerlijk gewandeld en prachtig gesnorkeld in de Baie de Pompierre.
Deshaies


Na een tussenstop te hebben gemaakt op Ilet Pigeon, kwamen we 27 maart aan in de baai van Deshaies in het Noord Westen van Guadeloupe. Dit bleek fijne, rustige, baai te zijn bij een rustige stadje. Vanuit Deshaies hebben we met een huurauto het eiland verder verkent en heerlijk gewandeld in het nationaal park bij de watervallen van Chute du Carbet. Omdat je steeds door een tropisch oerwoud loopt is het er vochtig en zijn de paden heerlijk modderig en uitdagend glibberig.
Opnieuw een biertje bij Lazarde

Op de dag van het bezoek aan de Chute du Carbet hebben Etienne en Stefan de aankoop geregeld van hun nieuwe woning. Alhoewel de aankoop reden zou zijn voor champagne, we om (opnieuw) naar de biertuin te gaan van de bierbrouwerij Lezarde. Het toosten op de aankoop, met een prachtig gemaakt wit biertje in de hand, was een heerlijk feestje. Daar kon zelfs geen fles champagne tegen op.

Helaas was daarmee de vakantie van Etienne en Stefan ook voorbij en vertrokken zij naar Nederland. Ik moest me na hun vertrek klaar maken om weer eens een weekje alleen te zeilen.
Volgende blog: 18. Antigua, St Kitts & Nevis en St Eustatius