2. Overtocht naar Whitby

24 Mei 2023 is het zo ver, we gooien de trossen los in Medemblik en we beginnen eindelijk aan ons Rondje Engeland. De komende 3,5 maand zullen we de alledaagse Nederlandse zorgen en beslommeringen volledig gaan vergeten en kunnen we ons helemaal overgeven aan het zeilersleven. 

De dag voor vertrek hadden we de knoop doorgehakt over de vraag of we linksom en rechtsom Engeland zouden varen.  We besloten eerst naar Whitby te zeilen om daarna Engeland linksom te ronden. Dit omdat er voor de komende week een niet te harde wind uit Noordoosten windt voorspelt wordt. Omdat de overtocht naar Whitby vooral een koers naar het Noordwesten is, is de overtocht vermoedelijk prima bezeild met vooral een comfortabele “halve wind”. 

We kozen voor Whitby omdat we een paar jaar geleden daar ook al eens geweest waren en we wisten dat Whitby het een heerlijk stadje i. Ook heeft Whitby een eenvoudige aanloop naar de haven, en een mooi achterland.

Whitby ligt ongeveer 240 zeemijl van Nederland. Dat betekent wel dat we gelijk wel twee nachten moeten doorvaren.

Omdat Jessica nog nooit een nacht had doorgevaren en dus ook nog nooit in haar eentje ’s nachts wacht had gelopen, zijn we blij dat onze vaste opstapper David, samen met zijn vader Peter, met ons mee wil varen op deze overtocht. Zo kunnen we ’s nachts steeds met twee man in de kuip blijven zitten terwijl er ook twee kunnen slapen. Bij eerste oversteek van het seizoen voelt dat wel zo veilig en comfortabel.

Met al zomers aanvoelend weer zeilen we vanuit Medemblik eerst naar onze laatste Nederlandse tussenstop: de haven van Oudeschild op Texel.

Oudeschild is misschien niet het leukste havenstadje van Nederland, maar het ligt prima op de route naar Whitby en je kunt er de lekkerste kibbeling van Nederland krijgen (tenminste, dat vinden wij!). Dat laatste is extra belangrijk omdat we al lang weten dat we de Engelse fish and chips veel minder lekker vinden dan de Nederlandse gebakken vis 

De volgende dag is het opnieuw zonnig weer en met een lekkere 4 Bft bakstagwind zeilen we 25 mei in de middag weg uit Oudeschild. Eindelijk verlaten we Nederland. Het eerste uur varen in de beschutte Waddenzee met zonnig weer en een bakstagwindje. Kortom heerlijk zeilweer. Dat ontspannen “champagnezeilen” verandert na een uurtje volledig als we aan de Westkant van Texel de hoek om varen, het Molengat in. Opeens varen we met 4-5 Bft aan de wind, maakt de boot 25 graden helling en gelijk worden de golven ook 2 meter hoog. Dit is toch best inspannend varen en vooral ook een beetje spannend. We moeten het grootzeil daarom stevig reven en ook rollen we de genua een heel stuk in. Maar na het passeren van de laatste gele ton in het Molengat kunnen we gelukkig onze koers verleggen naar het Noordwesten richting Whitby waardoor we weer met een veel comfortabele “halve wind” zeilen. De rust keert dan weer terug aan boord en de zeilen kunnen ook weer volledig uitgedraaid worden. 

Later op de dag moet er natuurlijk ook voor het eerst gekookt worden aan boord.  De etensgeuren, de gevulde magen en de zachtjes rollende boot heeft dan een bijna voorspelbaar effect op de magen van een aantal bemanningsleden. Zeeziekte begint zijn tol te eisen en de hele avond moeten een aantal bemanningsleden om de beurt opeens “de vissen voeren”.  Gelukkig blijkt ieder de eerst nacht nog wel in staat te zijn om wachten te lopen. 

Nog tijdens de eerst nacht op zee verandert het weer opnieuw en wordt het bijna windstil weer. Als de snelheid te ver terugloopt moet de motor zelfs aan om nog wat voortgang te maken. Met dat de golven geleidelijk ook verdwijnen, verdwijnt ook de zeeziekte bij de bemanning en stijgt gelijk de stemming aan boord. Eindelijk kan iedereen aan boord volop genieten van de overtocht.

De overtocht naar Engeland is een overtocht met wat hindernissen. Allereerst is er vooral rond de Nederlandse kust veel vrachtverkeer, wat er voor zorgt dat steeds we steeds moeten beoordelen of die boten voor óf achter ons langs gaan varen. Ook zijn er heel veel gasplatforms die we op tenminste één zeemijl moeten passeren. De derde hindernis zijn de TTS snelwegen op zee. Op zee zijn er op de kaart een aantal “snelwegen” van ca 5 zee mijl breed getekend welke de grotere beroepsvaart moeten aanhouden. Bijzonder van deze TSS snelwegen is dat wij die alleen recht over mogen steken, waardoor we 3 maal onze koers moeten aanpassen. Al deze “hindernissen zijn op de kaart gelukkig goed te herkennen.

In de loop van de tweede dag op zee begint het gelukkig toch weer wat te waaien waardoor we uiteindelijk tot bijna in de haveningang van Whitby heerlijk kunnen zeilen. Na de rustige tweede nacht op zee komen we de derde dag ’s ochtends al vroeg aan in Whitby. We hadden de eerste overtocht van 240 zeemijl in 40 uur gedaan.

In Whitby konden we niet gelijk doorvaren naar de marina, maar moeten eerst aanleggen bij een piepklein wachtponton. Daar moeten we nog een uurtje te wachten op voldoende hoog water in de haven. Vanwege een ondiepten in de haven van Whitby draait een draaibrug voor de marina van Whitby alleen maar van twee uur vóór, tot twee uur na hoogwater.

Als het water voldoende gestegen is en de draaibrug voor ons geopend wordt, kunnen we eindelijk aanleggen in de marina van Whitby. 

Vervolgens is het eindelijk tijd om ons uitgebreid te douchen en geheel verfrist zijn we er dan klaar voor om Whitby te verkennen.