Wij gaan het Caledonisch kanaal doorvaren naar West Schotland. We hadden daar heel veel mooie verhalen over gelezen en we willen dit bekende kanaal met zijn 29 schutsluizen van onze bucketlist kunnen schrappen.
Inverness en het Caledonisch kanaal


15 juni komen we pas ’s avonds laat in Inverness Marina aan. De volgende ochtend fietsen we op onze vouwfietsen de stad in. Nadat we de stad een beetje bekeken hebben en boodschappen hebben gekocht, fietsen we ook even naar het eerste sluiscomplex van het Caledonisch kanaal. Dit om te zien hoe het werkt bij de sluizen. De sluismeester heeft gelukkig alle tijd en legt ons precies uit wat we moeten doen in de sluis. In Nederland gaat het water in een sluis meestal niet heel erg op en neer. Maar in het Caledonisch kanaal gaan we in elke sluiskom 3,5m omhoog of omlaag! Elk sluiscomplex heeft daarbij ook meerdere sluiskommen, waarbij je van de ene sluiskom naar de volgende sluiskom vaart. Dit is allemaal nodig omdat het hoogste punt van het Caledonisch kanaal 32 m boven zeeniveau ligt.
Het kanaal en de tussenliggend meren is in totaal maar 59 zeemijl lang. Op open zee kun je dat in één lange dag makkelijk varen. Maar de sluismeester maakt ons al direct duidelijk dat door al het wachten voor de sluis en in de sluis, je er toch minimaal 4 dagen nodig hebt om het kanaal te passeren. Wij hebben gelukkig geen haast en kopen daarom gelijk de 7-daagse pas die nodig is voor alle sluitpassages. Ook maken we gelijk de afspraak om de volgende dag de schutting van de zeesluis van 10:00u te nemen.
Dag 1 Inverness naar Dochgarroch

We melden ons om 10:00 bij de zeesluis van Clachnaharry en mogen gelijk naar binnen varen. De sluismeester die aan de kant staat vraagt ons om twee aanlegtouwen naar hem omhoog te gooien, waarna hij deze lijnen opvangt en vastmaakt op bolders aan de wal. Omdat de wanden van de sluis 3,5 meter hoog zijn blijkt het niet zo eenvoudig te zijn om onze zware aanleglijnen gecontroleerd de lucht in te gooien.
500 Meter na de eerste zeesluis ligt het volgende sluiscomplex met drie sluiskommen. De sluismeester van de zeesluis meldt ons dat we vooral geen haast moeten maken, we mogen het tweede sluiscomplex namelijk pas in nadat er een trein gepasseerd is. In het tweede sluiscomplex gaat het omhooggooien van de zware aanleglijnen helemaal mis waardoor de sluismeester onze lijnen niet kan aannemen. We komen daardoor helemaal dwars in de sluis te liggen. Alleen met kunst en vliegwerk en met veel hulp van andere schippers kunnen we voorkomen dat we tegen andere boten botsen en schade varen. Ik voelde mij opeens weer een echte beginneling. Gelijk vervangen we onze zware aanleglijnen door een aantal lichtere lijnen en na deze lijnwisseling lukte het ons verder om zonder moeite de lijnen omhoog te gooien.

Na de twee sluiscomplexen in Inverness moeten we een aantal mijlen via een smal kanaal doorvaren tot de sluizen van Dochgarroch. Dit stukje in het Caledonisch kanaal is een stukje filevaren in een kanaal zonder heel veel uitzicht, dus een beetje saai. Omdat we pas rond 16:00u bij de sluizen van Dochgarroch aankomen, besloten waar daar gelijk maar te blijven liggen voor de nacht. Het “vermaak” op deze overnachtingsplek wordt verzorgd de vele huurboten die komen aanleggen. Een aantal schippers blijken geen enkele vaarervaring te hebben, wat leidt tot lachwekkende aanlegmanoeuvres. Een van de boten vaart zelf zonder gas te minderen boven op de aanlegsteiger. De sluismeester die dit ook ziet gebeuren, komt iets later een praatje bij onze boot maken. Ze vertelt ons dat, om onnodige schades te voorkomen, zij altijd eerst de huurboten in haar sluis naar binnen laat varen. Als die huurboten – naar haar zeggen – “een beetje uitgebotst” zijn, laat ze pas de andere boten naar binnen varen.
Dag 2 Dochgarroch – Dores

De tweede dag komen we op Loch Ness. De bedoeling van ons was om voor de ruïne van Urqhart Castle te ankeren of daar een moorring op te pikken. Op Loch Ness trekt die dag de wind steeds meer aan en Urqhart Castle blijkt helemaal zonder enige beschutting aan lage wal te liggen. Bepaald niet aangenaam dus, waardoor we besluiten om weer terug te varen naar Dores aan het begin van de Loch Ness. Daar liggen we wel rustig achter ons anker en kunnen we genieten van een mooie avond.
Dag 3 Dores – Fort August
De volgende dag hoeven we alleen de 20 mijl van Loch Ness af te varen. We maken daarbij kennis met “schots weer”. Van redelijk mooi weer, trekt de lucht binnen een half uur helemaal dicht en eindigen we in Fort August in de regen en de mist.



Fort August heeft een sluizencomplex met 5 sluiskommen en ligt halverwege het Caledonisch kanaal. Het blijkt een echte tourist trap zijn. Busladingen vol met toeristen worden hier uitgeladen om een “adventure trip” op een rondvaartboot te gaan maken op het Loch Ness. Uiteraard hopen alle honderden bezoekers tijdens hun adventure trip het Loch Ness monster Nessie te zien. Na de vaartrip kunnen de toeristen in vele toeristenwinkels vervolgens pluche Nessie beestjes kopen in alle maten en kleuren. Behalve toeristenwinkels, toeristenrestaurants en een doedelzakspeler is er eigenlijk niets te doen in Fort August. Als rond 17:00 alle bussen vertrokken wordt het er zelfs rustig.
Die avond komt een klein oud zeilbootje van 23 voet naast ons te liggen. Murdoch Mc Gregor, de solo zeiler in ons buurbootje knoopt al gelijk het gesprek aan. Al snel meldt hij dat hij 2 jaar daarvoor nog “British zeiler van het jaar” is geweest. Dit omdat hij in 2022, hij was toen 82 jaar oud, als oudste Brit ooit solo rond heel Engeland en Schotland gevaren is (zie ook https://www.bbc.com/sport/av/scotland/59805678).
Murdoch is duidelijk (en terecht) heel trots op zijn prestatie van 2 jaar daarvoor en die avond horen wij Murdoch steeds hetzelfde heldenverhaal bij alle boten van de aanlegsteiger vertellen.
Dag 4. Fort August Kytra Locks


De volgende dag mogen we pas in de middag door de 5 sluizen bij Fort August. Een van de sluisdeuren is kapot waardoor de sluizen slechts beperkt te gebruiken zijn. Het duurt daardoor wel twee uur voordat we de 5 sluizenkommen achter ons kunnen laten. Het weer is gelukkig redelijk goed en al het gehannes van de bootjes in de sluizen en de busladingen toeristen rond de sluizen zorgt voor een heerlijk drukte. Na het passeren van de sluizen varen we nog een klein stukje door en vinden dan bij Kytra Loch een idyllische overnachtingsplek. In een prachtig bos liggen we aan een aanlegsteiger samen met een aantal andere boten.


Dag 5 Kytra Locks – Neptune Staircase

Gelukkig doet de brug het prima als wij erdoor willen en nog een anderhalf uur later leggen we aan bij de Neptune Staircase De volgende dagen horen we dat we enorm geluk hebben gehad en dat boten die na ons bij Gairlochy aankwamen 2 dagen hebben moeten wachten voordat de brug weer geopend kon worden.
De vijfde dag kunnen we gelijk om 8:00u door de 2 sluiskommen van Kytra Loch. Het wordt een lange dag varen: door de Kytra Locks, door de Cullochy Locks, over Loch Oich, door de Laggan Locks, over Loch Lochy naar de Gairlochy Locks. Daar aangekomen melden we ons aan bij de sluismeester om er te overnachten. De sluismeester raadt ons echter aan om zijn sluizen en zijn hefbrug gelijk te passeren en daarna door te varen naar de grote Neptune Staircase. De sluismeester vertelt erbij dat zijn hefbrug mankementen heeft en dat, als het hem nog lukt om de brug open te krijgen, de motor voor het heffen van de brug gelijk gedemonteerd gaat worden. De brug zou dan wellicht een aantal dagen gestremd zijn.
Dag 6 Neptune Staircase – Corpach


De laatste ochtend op het Caledonisch kanaal passeren we de 8 sluizen van de Neptune Staircase. Het is inmiddels heerlijk weer geworden en bij de gang door de sluizen hebben we steeds gezellig contact met een aantal andere boten, waarvan we de meeste al eens eerder waren tegengekomen op het Caledonisch kanaal.

Na de sluis is het nog maar een klein stukje varen naar de gloednieuwe marina van Corpach. Deze marina heeft een prachtig uitzicht op de Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk. De pensionado havenmeester van de marina vertelt ons trots dat zijn marina door een lokale coöperatie is ontwikkeld en nu ook door de lokale coöperatie wordt geëxploiteerd en onderhouden. Dit lijkt een prima methode van het dorp om zelf het initiatief te nemen en niet te wachten op plannen vanuit de nationale overheid. Zo’n mooie lokale marina zorgt ook voor het noodzakelijke extra toerisme en levendigheid in het dorpje Corpach.
Tenslotte
Het Caledonisch kanaal is niet de “mooiste tocht der tochten”. Als rapportcijfer geven we het een 7-. Maar de aanlegplaatsen bij Dochgarroch en Kytra Lock zijn prachtig en het is ontspannen varen door de lochs omdat de dag afstanden maar klein zijn. Wat wat tegenviel is het wat saaie motoren over kanalen met weinig uitzicht. Het leukst waren wederom de aardige mensen die we tegenkwamen. Ook het feit dat we na de kou van Oost Engeland en Oost Schotland nu al een aantal dagen “korte broeken weer” hebben, maakt veel goed.
