9. Ierland en de oversteek naar Cornwall

21 juli: Arklow – Howth

Na de vervanging van de morsekabel in Arklow is het tijd om door te varen naar Dublin. Dublin heeft zelf geen goede marina, dus we moesten kiezen uit een grote marina van de jachtclub van Howth of een mega grote marina van Dún Laoghaire. Vanuit beide plekken kunnen we met de trein naar Dublin. De mensen die we in Arklow spreken hadden eigenlijk allemaal de voorkeur voor Howth, dus nadat we geverifieerd hadden of er plaats was, zijn we daar heen gezeild. Het blijkt een prima marina te zijn op een mooi schiereiland. Helaas blijkt het ook in Howth stevig en langdurig te kunnen regen. Toen ik daar met de havenmeester over sprak, meldde hij simpel” Don’t come to Ireland for the sun”. Ik wist dat natuurlijk wel, maar soms blijf je hopen op een ander antwoord.

22 en 23 juli: Dublin

We hebben twee dagen Dublin gedaan. We vinden het een prima stad, maar ook niet meer dan prima. De grote nationale musea vinden we prima, maar we raken er niet flabbergasted van. Wat wel geheel buiten de taalkundige confortzone is, zijn de Gaelic namen die op alle borden staan. Alleen bij een poging om de Gaelic woorden uit te spreken gaat je kaak en tong al dwars in je mond staan.  

Uiteraard komen we in Dublin ook door de grote winkelstraten waar Sietse het nodig vindt om een pet te kopen van Iers tweed. Jessica verbood mij gelijk zo’n ding te kopen omdat ze dat iets voor oude mannen vindt. Maar zo’n pet passen in een winkel mag natuurlijk wel en zelf vind ik het prima staan. 

Natuurlijk moeten we ook nog een bezoek brengen aan het bekende Temple Bar district. Dat is de uitgaanswijk van Dublin. Maar dat is aan mij niet zo besteed: heel veel geschreeuw, heel veel harde muziek en heel veel hasj lucht van mensen die een joint roken. 

Helaas moeten we in Dublin afscheid nemen van Roos en Sietse. De twee weken van hun vakantie zijn voorbij en zij zullen de volgende dag weer terugvliegen naar Nederland. Met Sietse en Roos aan boord was het super gezellig. Helaas voor hen hebben we naast mooi weer ook heel veel regen gehad in de 2 weken dat zij aan boord waren, maar zoals de havenmeester in Howth al zei: don’t come to Ireland for the sun. 

 24 juli: Arklow

Vandaag hebben we een lange dag voor de boeg. We moeten 55 zeemijl varen naar Arklow. Er zijn wel haventjes op een minder grote afstand van Howth, maar die zien er in de pilotboeken niet heel uitnodigend uit. Dan maar een lange ruk zeilen van 55 zeemijl.

Gelukkig hebben we de hele dag een lekkere wind van achter en het is zelfs zonnig, kortom heerlijk zeilweer. 

Aangekomen in Arklow liggen we op sterk stromend water in een gekanaliseerd riviertje aan een langsteiger. We moeten de boot dus wel extra goed vastmaken met springlijnen om te voorkomen dat de boot langs de kade schuift. Dit wordt extra belangrijk toen er in de namiddag ook nog een boot naast ons kwam liggen.

Die avond zitten we lang naar alle beschikbare weerberichten te kijken. De volgende dag zou het mooi rustig zomerweer zijn, maar de dagen daarna zou het in Ierland en in Engeland steeds harder gaan waaien. We zijn een beetje bang dat we daardoor nog een week in  Ierland verwaaid blijven liggen omdat we de lange oversteek van 120 zeemijl richting Cornwall niet willen maken bijeen te harde wind uit het Zuiden of Zuidwesten. 

25 en 26 juli: de oversteek van de Ierse Zee naar Newlin

De volgende ochtend hebben we om 5:55 uur de trossen al losgegooid om goed gebruik te kunnen maken van de meelopende vloedstroom. Het is zoals voorspeld rustig zonnig weer met heel weinig wind. Tijdens het eerste uur varen bekijken we nogmaals alle weerberichten en we besluiten toch maar om gelijk die dag naar Cornwall over te steken. We zien in de weerberichten dat het vandaag kalm weer blijft, maar dat het daarna – vooral in Zuid Ierland – een week lang hard gaat waaien. In de buurt van Cornwall zal het morgen ook minder slecht weer worden dan in Ierland.

Om naar Cornwall te gaan hoeven we de koers amper aan te passen. Ook richting Cornwall is dat bijna pal Zuid. Wel moet ik nog even een mailtje naar de Engelse maritieme autoriteiten sturen om te melden dat we de volgende dag in Engeland zullen aankomen. 

Helaas moeten we het plan om de Scilly eilanden te bezoeken opgeven. Met de stevige wind die voor de komende dagen voorspeld is, is het daar niet veilig om te ankeren. 

Vandaag is het, zoals gezegd, fantastisch varen. De hele dag kunnen we een boekje lezen en een beetje om ons heen kijken. We varen aan de wind, maar het waait maar 4-6 knopen. Dus om een beetje voortgang te maken moet de scheepsmotor ons de hele dag een beetje helpen.  Het is ook heel helder weer waardoor we ver kunnen kijken.

Tijdens de ochtend zien we de kust van Ierland geleidelijk verdwijnen. Rond lunchtijd zien we de vuurtoren op Tusker Rock langs schuiven. Aan het eind van de middag zien we de hoge kust van Wales op 30 zeemijl afstand vaag in de verte liggen en ook komen we dan wat Zeeuws vissersboten tegen in de Ierse zee.

Na het diner en na de avondkoffie water kijken we bijna een uur lang met z’n tweeën vanaf het gangboord naar een prachtige zonsondergang. We worden helemaal gelukkig van zoveel moois! Jessica moet nu in haar eentje de eerste wacht doen die om

21:00 begint. Als ik om 00:00u aan de buurt ben om de wacht over te nemen word ik verrast door de sterrenpracht tijdens de heldere nacht. De drie uur van mijn wacht vliegen zo voorbij. Wel zie ik in de loop van mijn wacht dat de sterren gedeeltelijk verdwijnen door een opkomende bewolking. Maar als ik rond 03:00u de wacht weer overdraag aan Jessica, is het nog steeds heerlijk weer. Helaas wordt dat een uurtje later al helemaal anders en word ik door Jessica naar boven geroepen. De wind is opeens aangetrokken van windkracht 1 naar windkracht 4 en staat nu pal tegen. De zeilen doen helemaal niets meer en die rollen we daarom maar in.

Weer twee uur later is het 06:00u en ik moet de wacht weer overnemen. Het is al licht geworden en de wereld ziet er heel anders uit dan de vorige dag. Het is zwaar bewolkt weer met een miezelregen. De wind is nog steeds pal tegen en dat zorgt ook voor een vervelend knobbelige zee. Het varen is opeens geen feest meer, maar we beseffen beiden dat de boot het prima kan hebben. Dat het varen niet aangenaam meer is betekent zeker niet dat het gevaarlijk wordt.  Het is nu simpel een kwestie van de tocht uitzitten, wetende dat we aan het eind van de middag in Newlin zullen aankomen. We doen na het ontbijt de tent over de kuip bijna helemaal dicht, waardoor we in ieder geval droog blijven in de kuip. De uren tikken zo langzaam voorbij. Jessica krijgt in de loop van de ochtend helaas een beetje last van zeeziekte en gaat daarom met de ogen dicht onder een deken in de kajuit liggen.

Aan het begin van de middag zie ik weer land. Eerst zien ik door de mist vaag Cape Cornwall liggen en iets later heb ik even redelijk goed zicht op de Longship vuurtoren die vlak voor de kust van Landsend wat rotsen markeert. Ik roep Jessica ook weer naar boven om zo’n iconische plek als Landsend toch samen te zien. Vanaf dat punt kunnen we de koers bijstellen van pal Zuid naar Zuidwest en inmiddels hebben we dan bijna halve wind, waardoor de motor uit kan en we weer kunnen zeilen.

Om 16:00u passeren we Gwennap Head, kunnen we de koers nog weer verder bijstellen richting Newlin. Helaas gaat de miezer regen het laatste kwartiertje voordat we Newlin binnenvaren opeens over in een hoosbui waardoor we die middag om 17:00u als een stel verzopen katten aanleggen in de vissershaven van Newlin. We zijn weer terug op Engelse bodem na een tocht met zeer afwissend weer. Maar ik blijf vooral de eerste dag me goed herinneren met het fantastisch mooie weer en de zonsondergang..