24. De Azoren in 2019

Horta op het eiland Fajal

Nadat opstapper Anne en ik zijn op 22 juni om 2:00 ’s nachts in het pikkedonker in de haven van Horta hadden afgemeerd en na het drinken van een aantal ankerbiertjes vielen we in een diepe slaap. Na 18 dagen op zee was het weer heerlijk om niet heen en weer geslingerd te worden in je kooi, om geen water tegen de romp te horen klotsen en om geen windgeluid uit het tuig te horen. Gelukkig went dat stille en onbeweeglijke heel snel. Vooral in een diepe slaap.

De volgende dag moesten we uiteraard ons aanmelden en inklaren. Dat kon gelukkig allemaal heel snel en efficiënt gebeuren in het havenkantoortje. Ook kregen we van de havenmeester direct een definitieve eigen plek aan een eigen vingersteiger recht tegen over Café Sport aangewezen. Deze vrije plek was een aangename verrassing omdat de haven helemaal uitpuilde met zeilboten die 3-4 boten dik gestapeld lagen. De twee voorafgaande weken was het op de Azoren en op de route naar Engeland slecht zeilweer geweest waardoor geen zeilboot het aandurfde om te vertrekken richting Europa.

Rond lunchtijd konden Anne en ik onze inmiddels ook gearriveerde echtgenotes in onze armen sluiten waarna we de middag konden besteden aan bijkletsen en een beetje rondlopen door Horta.

Café Sport

Rond borreltijd gingen we uiteraard gelijk naar Café Sport toe om daar de voor zeilers “verplichte” Gin&Tonic te drinken. Café Sport is een onder oceaanzeilers beroemd café in de haven van Horta waar al meer dan 100 jaar zeilers zich elke dag verzamelen na een lange tocht vanuit Europa of vanuit Amerika. Het was ook een veel gebruikt “postkantoor” waarheen thuisblijvers post konden sturen bestemd voor de zeilers. Leuk is dat in het café elke zeiler een vlag mag hangen als teken van dat hij er geweest was. Dat markeren van je aanwezigheid in Horta gebeurt traditioneel ook met het beschilderen van muren en stoepen in de haven. In Horta is deze gewoonte begonnen, maar later is in de Canarische eilanden, Madeira en Porto Santo deze gewoonte overgenomen.

Ook de tweede nacht in Horta sliep ik weer als heerlijk en vooral lang. Ongetwijfeld moest ik nog wat slaap inhalen na de onrustige oversteek van 18 dagen.

Horta bleek een echt Portugees en redelijk welvarend stadje te zijn met lekker veel voorzieningen en comfort voor vermoeide zeilers. De Azoren zijn onderdeel van de EU, waardoor we opeens ook weer onbeperkt gebruik konden maken van een van de zegeningen van de EU: onbeperkt bellen, mailen, appen internetten en zelfs het bekijken van de finale van het Dames WK Voetbal ging opeens weer soepel.

De rest van het eiland Fajal

De daaropvolgende dagen hebben Jessica en ik met de goedkoopste maar grootste huurauto van de hele reis – een grote Toyota Hi Lux met open bak – het eiland rondgetrokken en veel gewandeld. Alle verhalen die ik al gehoord had over hoe mooi de Azoren zijn bleken waar te zijn. Een van de wandelingen liep over de rand van de grootste krater van het eiland. In heerlijk fris zomerweer met veel zon, een temperatuur van 22 graden en een lekker windje konden wij het er heel goed uithouden. Ook de wandeling richting de westpunt van het eiland was indrukwekkend. Daar is in 1957 vlak voor de kust de Capelinhos vulkaan uitgebarsten waardoor het hele eiland te maken kreeg met heftige aardbevingen en enorme verwoestingen. Als gevolg van deze verwoestingen zijn in de jaren 50 van de vorige eeuw ongeveer 50% van alle bewoners van het eiland geëmigreerd. Dit omdat – als gevolg van de vernietigingen door de vulkaan – er geen toekomstperspectief meer was voor de bevolking van Fajal. Met de vulkaanuitbarsting in 1957 ontstond er vanuit zee een enorme nieuwe berg aan de westkant van het eiland. Als gevolg van erosie resteert daarvan nu slechts een krater die half onder water staat en welke steeds verder in zee schuift. Door het erosiegevaar was een groot deel van deze nieuwe vulkaanberg ook niet meer toegankelijk voor wandelaars.

Pico

Na een aantal dagen op het eiland Fajal was het 29 juni weer tijd om naar een ander eiland te verhuizen. Het meest voor de hand liggend was misschien om te verkassen naar het grote eiland Pico met z’n indrukwekkend hoge vulkaan van meer dan 3500m hoog. Maar op Pico is er geen goede marina of ankerplaats voor jachten waardoor aanleggen nogal lastig is.

Sao Jorge

Omdat er dus geen geschikte aanlegplek in Pico was, voeren Jessica en ik gelijkor naar het 56 km lange eiland Sao Jorge. Daar konden we heerlijk beschut liggen in de piepkleine marina van het stadje Velas.
Sao Jorge was heel anders na het redelijk mondaine Horta, Sao Jorge is volstrekt niet toeristisch. Er wonen vooral boeren op Sao Jorge die hun boterham verdienen met het maken een heerlijke, bijna Hollands smakende, harde kaas.

Ook op Sao Jorge was het soms weer heerlijk wandelen. Vooral de wandeling naar het meest westelijk puntje van het eiland was adembenemend. Tijdens dit soort wandelingen bleek opnieuw dat eigenlijk iedereen op de Azoren goed Engels spreekt. Ook een willekeurige boer die zijn koeien verzorgt konden we in het Engels de weg vragen.

Helaas bleek dat het op de 1000m hoge toppen van de lange bergkam over het eiland heftig te kunnen waaien en misten tegelijkertijd. Na 2 uur de elementen te hebben weerstaan besloten we dat wandelen in koude regen en zonder zicht niet zo aantrekkelijk meer is waarna we weer afdaalden naar de zeeniveau. Daar was het weer zoals gewoonlijk helder, mooi en droog.

Angra do Heroísmo op het eiland Terceira

Op 2 juli zijn we op een mooie, maar helaas windloze, dag naar het eiland Terceira gemoterd. In prachtige door Monte Brasil volledig beschermde en beschutte baai van Angra do Heroísmo konden we het laatste plekje in de fijne marina krijgen. Angra do Heroísmo bleek een mooie oude stad te zijn, vol met kathedralen, mooie pleinen en oude straatjes. De stad werd al in de 15e eeuw door de Portugezen gesticht, gelijk na de ontdekking van de Azoren. De omvang en de welvaart van de stad nam in de loop van de eeuwen steeds verder toe omdat Angra do Heroísmo door haar beschutte baai een goede en veilige bevoorradings- en overslagplek werd voor de boten die tussen de America en Europa voeren. Nadat n de 17e eeuw de Spaanse koning Philips II ook koning werd van Portugal, werd de militaire functie van de Angra do Heroísmo steeds belangrijker. Om die reden werd er op Monte Brasil een immens fort gebouwd wat thans nog steeds een militaire functie heeft.

Aan de steiger waar ik met de boot lag vertrokken dagelijks grote snelle RIB’s voor een walvissafari. Uiteraard vonden de jongens die de RIB’s bestuurden dat ik ook maar een mee moest op walvissafari. Vooral ook omdat de kans op walvissen volgens de schippers van de RIB’s “bijna 100%” zou zijn. “Bijna 100%” bleek in de tocht die ik meemaakte helaas gelijk te staan aan “0%”: ik heb geen walvis gezien. Gelukkig kregen we wel  drie verschillende soorten dolfijnen vlak langs de boot.

Overwinteren op Terceira

Oorspronkelijk was het mijn bedoeling om de boot vanuit de Azoren naar de Algarve te varen en om de boot in de Algarve in de winter van 2019/20 op de kant te leggen. Omdat de Algarve mij een beetje tegenviel door het massatoerisme had ik tijdens de reis al stiekem bedacht dat ik de boot wellicht beter op de Azoren kon laten overwinteren. In de zomer van 2020 zou ik dan terugvaren naar Nederland. De Azoren bevielen mij vervolgens zo goed dat ik er al snel begon te informeren naar de mogelijkheden om de boot op de Azoren te laten overwinteren. Dat bleek prima mogelijke te zijn in Angra do Heroísmo, maar wel een beetje duur. Ik kreeg gelukkig van andere zeilers de tip om ook eens te kijken naar de overwinteringsmogelijkheden in de tweede havenstad van Terceira, Praia da Vitoria. Het stadje bleek iets minder mooi te zijn dan Angra do Heroísmo, maar de stallingskosten in Praia da Vitoria bleken maar een kwart te bedragen van de stallingskosten in Angra do Heroísmo. Als een echte Hollander was de keus toen dus snel gemaakt. De laatste dagen in Praia da Vitoria moest er nog veel gebeuren om de boot winterklaar te maken.17 Juli was de reis echt voorbij en moest ik de boot achterlaten in de marina. Enkele weken later is die uit het water getild en op de kant gezet. Gelukkig lijkt daar goed voor de boot gezorgd.

Volgende blog: 25. Het einde van mijn Rondje Atlantic in 2019