Ik had mezelf er op voorbereid dat reis langs de Portugese kust niet de meest opwindende zeilbestemming zou worden. En dat bleek – voor wat betreft de zeiltochten – ook wel een beetje zo te zijn.
Een aantal haventjes en steden waren echter onverwacht mooi. Daar bleef ik maar foto’s maken. Dus hier toch een onverwacht enthousiast blog over mijn bezoek aan Portugal
Portugal binnenkomen
29 augustus lag ik nog voor anker bij de Spaanse Islas Cies. Vanaf deze eilanden ben ik Spanje ingevaren voor een eerste stop in Viana do Castelo. Daar heb ik mijn eerste bacelhau van de tocht gegeten.
Intermezzo: Bacelhau
Bacelhau is de Portugese naam voor wat we in Nederland stokvis noemen. In Nederland is het slecht verkrijgbaar, maar in Portugal is het de populairste “vis”. Bacelhau is een gezouten en gedroogde kabeljauw. Door het zouten en drogen blijft de vis namelijk lang goed. In elke Portugese supermarkt en vismarkt is bacelhau te koop als een soort grijze harde planken die met een lintzaag in de door de cliënt gewenst maat gezaagd worden. Ik heb het op de boot niet zelf bereid omdat je het lang moet weken en koken, dat gaat uiteraard niet zo handig op de boot. In Portugal wordt de bacelhau behalve als gedroogde vis, ook heel veel in blik aangeboden. Ik heb voor de overtochten mijn boot nu al volgeladen met deze blikjes.
Porto

De volgende dag ben ik naar Porto gevaren. Dat was indrukwekkend, vooral omdat de jachthaven bijna onder de eerste hoge brug van Porto ligt.
Porto kwam mijn roeimaat Ruud en zijn vrouw Conny aan boord. We hadden afgesproken om elkaar te ontmoeten bij het treinstation Sao Bento.

Dit station is van binnen geheel bekleed met blauwe tegels met daarop vele heroïsche afbeeldingen. Op zich zijn de afbeeldingen niet geweldig bijzonder, maar het totaal was wel bijzonder indrukwekkend en uniek. Zeker voor een treinstation.

Sao Jacintho
1 september zijn we voor anker gegaan bij Sao Jacintho. Dat ligt dicht bij de industriestad Aveiro. Sao Jacintho is een klein slaperig stadje dat af en toe vanuit de lokale kazerne wakker gemaakt wordt door een trompetterende militair. Duidelijk was ook dat de lokale mannelijke bevolking zondagochtend geen zin om samen met hun echtgenoten naar de kerk te gaan.

Volgens mij zijn alle mannen zondagochtend met wel 100 speedbootje de rivier opgevaren om daar te gaan vissen. Het was nog knap moeilijk om veilig tussen het visbootjes en het vistuig door te varen. Mijn roeimaat Ruud heeft zijn hele leven al een bijzonder, maar niet af te leren, karaktertrekje: uitwijken voor vissers is lastig voor hem. Sao Jacintho was een soort van Walhalla voor Ruud. Met een geconcentreerd blik deed hij zijn best om de rechte lijn naar de zee te handhaven en daarbij al het vistuig te onderscheppen. Conny en ik hebben na een paar minuten het roer maar over genomen. Ruud was natuurlijk teleurgesteld, maar visdraad in de schroef van de zeilboot is geen aantrekkelijk idee. Zeker niet in een rivier waar het 4 knopen stroomt.
Coimbra
Vanuit Figueira de Foz zijn we 3 september met de trein naar Coimbra gegaan. Coimbra is in de Middeleeuwen ooit de hoofdstad van heel Portugal geweest. Dit is terug te vinden in de prachtige binnenstad die sinds de Middeleeuwen niet meer veranderd is. De kathedraal Sao Vicente, de zgn. “oude kathedraal” en de universiteitsgebouwen waren ongelofelijk prachtig . Er waren wel toeristen bij de bekende mooie gebouwen, maar de straatjes van de oude binnenstad waren heerlijk rustig. Ik zou pagina’s vol kunnen schrijven over deze geweldige stad, maar de foto’s zeggen genoeg.


San Martinho do Porto
Zoals eerder geschreven was de Portugese Westkust niet een heel erg inspirerend zeilwater. Dat betekende elke dag een aantal mijlen de zee opvaren, de stuurautomaat aanzetten richting het Zuiden en dan maar een boek pakken of wat kletsen. Maar er was wel een opmerkelijk onderbreking in de saaie kustlijn. De kustlijn liet bij San Martinho do Porto een klein gaatje zien, waarachter een grote, komvormige, baai ligt. Op de kaart zag het er allemaal eenvoudig uit, maar de aanloop bleek heftig spannend. Met links en rechts van de boot grote brekers, surften we op de vloedstroom de baai in met een snelheid die opliep naar 12 mijl. Ik had dat nog nooit gezien! De baai en het stadje waren de spanning gelukkig wel waard.Het lag er prachtig voor anker. Wel wat minder plezierig was dat de deining de hele nacht door de baai golfde, wat de boot heftig deed rollen. Je de mast van de Atropos heftig scheef staan Heel erg goed slapen lukt dan niet omdat je geen moment ontspannen kunt liggen, je moet je in bed steeds schrap zetten om niet op zij te rollen. Van de havenmeester van de lokale zeilvereniging kregen we die avond het advies om de volgende dag met hoog water weg te gaan. Daardoor hoefden we 5 september pas tegen het middaguur het anker pas op te halen. Deze aanwijzing van de havenmeester was zeer adequaat. Terwijl we vooraf uit voorzorg alle ramen en luiken dicht hadden gedaan en met aangelijnd zwemvest in de kuip zaten, bleek door de tip van de havenmeester het naar buiten varen geen enkel probleem te zijn.
Ilha da Berlenga

Eindpunt van die dag was Peniche. 5 Mijl voor de kust van Peniche ligt de Ilha da Berlenga.
Dit is een rotsklomp in zee met een piepklein haventje. Ankeren kan er wel, maar de bodem is er 30 meter diep en rotsachtig. Dat is geen aantrekkelijk vooruitzicht met maar 60 meter ketting. Voor het eiland liggen echter vele moorings voor de vele ferrybootjes die dagelijks toeristen heen en weer brengen vanaf Peniche. Gelukkig mochten we een van die moorings een uurtje gebruiken, waarna we met de bijboot naar de kant zijn gegaan.
Dat was prachtig. Al varend tussen vele indrukwekkende rotsen en kloven bereikten we een klein zandstrandje waar we de bijboot veilig konden achterlaten om het eiland te verkennens Avonds laat kwamen we Peniche pas binnen. Het havenkantoor (en de douches) was al gesloten, maar met dankzij de sleutel die we van een Deense vertrekker kregen, konden we toch douchen. De volgende dag zouden we rond 7:00u vertrekken. De havenmeester liep toen al rond. Toen ik vrolijk aanbood om samen met hem naar het havenkantoor te lopen om alle papieren in te vullen en om te betalen, werden we vriendelijk verzocht om maar liever direct – zonder betaling en papierwerk – te vertrekken. De havenmeester had duidelijk wat opstartproblemen om zeven uur ‘s ochtends.
Cascais

6 September zijn we van Peniche naar Cascais gevaren. Om nog tijd over te houden en voldoende rust te
kunnen nemen, hebben we er voor gekozen om Lissabon niet met de boot te bezoeken. We zijn alleen een avond met de trein naar Lissabon gegaan om in de oude binnenstad heerlijk te eten en te luisteren naar Fado muziek. Als Christina Branco Fado zingt, dan klinkt dat prachtig en vooral gevoelig, maar het bleek die avond dat niet iedere Fado zangeres de zangkwaliteiten heeft van Christina Branco.
Cascais is een mondaine badplaats met een grote jachthaven met veel scheepswinkels en reparateurs. In Cascais zijn Ruud en Conny afgestapt en een andere roeimaat Jim – en zijn vrouw Marjon – zijn er opgestapt. In Cascais lagen we ook weer naast de Morgaine van Guido Schotman. We waren Guido en zijn moeder al eerder tegengekomen in Figueira de Foz en ook tijdens de vertrekkersdagen in Nederland had ik Guido al ontmoet. Heel gezellig dus, misschien ook een beetje omdat Guido nog een fles oude jenever in de koeling had liggen.
Enseada de Sagres
Op 8 september was de boot weer helemaal schoongepoetst, gerepareerd en dus klaar voor de verdere reis richting Sesimbra en de daarop volgende dag naar Sines. Na Sines zijn we met prachtig mooi weer het Zuid West punt van Portugal -Cabo Sao Vincente – gepasseerd om vervolgens direct achter de kaap voor anker te gaan in de Enseada de Sagres.
Dat lag er prachtig rustig en gelukkig zonder deining. De volgende dag wilden Jim en ik met de bijboot naar het strand gaan om er te gaan hardlopen. Alhoewel er geen zeedeining stond in de baai, bleek vlak voor de kust er opeens toch brekende golven te ontstaan. De eerste rollers gingen nog goed, maar vlak voor het strand bleek een hoge breker toch in staat te zijn om de rubberboot te laten kapseizen. Proestend, maar ook lachend, kwamen we weer boven water, waarna we vaststelden dat we alle zonnebrillen, hoeden e.d. nog op hadden en waterdichte tas (met hardloopschoenen en telefoon) zijn werk goed deed en rustig naar de kust dreef. Wat wel vervelend was dat het buitenboordmotortje het niet meer deed. Zout water heeft meestal een verwoestende invloed op dit soort motortjes. Het hardlopen hebben we maar overgeslagen en we zijn maar snel terug geroeid naar de Atropos. Als een soort van EHBO voor buitenboordmotortjes hebben we het motortje maar zo goed als mogelijk afgespoeld met zoet water.
Lagos
Die middag zijn we 11 september vanuit de Enseada de Sagres naar Lagos gevaren. Naast de jachthaven van Lagos bleek een jachtwerf te liggen met een omvang die ik in Nederland en Engeland nog niet gezien had. De hoofd werkplaats heeft ons buitenboord motortje gelijk onder handen laten nemen en de volgende dag bleek dat de motor gelukkig weer prima draaide.
Lagos is het feitelijke begin van de Algarve, dat bleek een stuk toeristischer te zijn dan de Portugese West kust. Het was er afgeladen met – vooral Engelse – toeristen wat zich vooral ’s avonds vertaalt in een enorm aanbod van eten en live muziek. We hebben ons er toch prima vermaakt, vooral tijdens een kanotocht langs de prachtige rotskust met mooie grotten en strandjes.
Deze kanotochten werden verkocht als een groot “adventure”, maar nadat bleek dat we elk uur van de dag ons konden inteken voor zo’n groot avontuur, hebben we het idee van een spannend avontuurlijke tocht maar wat weggestopt. Dat maakte de tocht echter niet minder mooi.
In Lagos bleek mijn grote gasfles ook weer leeg te zijn. Maar anders dan in Engeland bleek dit nu geen groot probleem op te leveren. Bij de jachtwerf in Lagos kreeg ik een formulier mee met een adres en een routebeschrijving van een garage die de flessen kon vullen. Wel kreeg ik de strikte instructie mee om niet met openbaar vervoer of een taxi naar dit vulstation te gaan. We zouden dan niet zeker meer teruggebracht worden.
Portimão
13 September zijn we eerst van Lagos naar Portimão gevaren. Dit bleek een grote touristenstad zijn met heel veel hotels en appartementen voor toeristen. In de jachthaven lagen we echter prachtig, met een vrij uitzicht op de Rio Arade en het schattige stadje Ferraguda met zijn Forte de Sao Joao.
Vertrek richting Porto Santo
15 september hebben we eerst Marjon weggebracht naar het vliegveld van Faro.
Daarna hebben Jim en ik om 15:00u de trossen losgooiden, Europa definitief achter ons gelaten en gingen we op weg naar Porto Santo.
Volgende blog: 7. De oversteek naar Porto Santo en over Porto Santo