Een terugblik op 2018-2020
Na een Rondje Atlantic had ik in de zomer van 2019 mijn zeilboot achtergelaten op het eiland Terceira op de Azoren. Dit met de bedoeling om het jaar daarop de boot terug te varen naar Nederland. De corona ellende gooide echter roet in het eten, waardoor ik de boot bijna twee jaar op de Azoren heb moeten laten liggen. Gelukkig werd de boot daar uitstekend in de gaten gehouden door zowel de mensen van de marina in Praia da Vitória als door de mensen van het onderhoudsbedrijf Parreira Azors. De mensen van Parreira Azors stuurden voor en na het passeren van een hurricane zelfs nog foto’s van de boot.
Schoonmaken op Terceira
In het voorjaar van 2021 zag het er gelukkig (even weer) veel beter uit met de corona narigheid. Het eiland Terceira werd door de website van Buitenlandse Zaken zelfs als “groen” aangemerkt. De mensen van marina in Praia da Vitória vertelden mij dat dit ook logisch was omdat gedurende de hele corona periode nog maar 5 mensen corona hadden gekregen op het hele eiland Terceira.

Op 14 mei van was het eindelijk zo ver, eindelijk mochten mijn vrouw en ik weer naar boot. Het was een enorme geruststelling voor ons beiden toen we bij aankomst onze Atropos rustig in het water zagen drijven. Zo op het eerste gezicht was de boot de rustperiode van bijna 2 jaar ongeschonden doorgekomen. Echter, toen we de volgende dag op de boot stonden bleek helaas dat de boot toch wel gezandstraald was door het strandzand van Praia. We hadden wel een volle week nodig om de boot weer schoon te krijgen en om vooral al het zout en zand te verwijderen dat in alle hoeken en gaten van de boot verzameld was. We maakten ons ook zorgen over de kwaliteit van de diesel na 2 jaar stilstand. Gelukkig bleek bij de inspecteren van de dieseltank dat de diesel nog helemaal schoon was, er was geen “sludge” in de tank te zien.

Los van het vele schoonmaken bleef er gelukkig nog wel genoeg tijd over om het eiland opnieuw te verkennen en om te genieten van het natuurschoon van Terceira.
Vertrekken
Maar gelukkig of helaas, het schoonmaken, het boodschappen doen voor de overtocht en het vakantievieren was na anderhalve week echt voorbij. Mijn zoon Sietse, onze vriend David en ik moesten aan de bak, de terugreis naar het vasteland van Europa moest beginnen.

De dag voor ons vertrek wisten we al dat het stevig zou gaan waaien, maar vanuit ons bed hoorden de op de ochtend van ons vertrek al aan het gegier van het want dat de wind stormachtig was. De windmeter gaf die ochtend zelfs 42 knopen aan. Uitvaren in windkracht 9 leek ons daarom niet zo heel erg verstandig. Gelukkig nam de wind in de loop van de middag wel af en om 19:00u durfden we de haven alsnog te verlaten.
De eerste dagen op zee, wennen!
De eerste nacht op zee was weer wennen. Het wennen begon wel aangenaam met een mooie zonsondergang, FOTO 3 B maar we hadden niet verwacht dat we ‘s nachts al gelijk truien, volledig zeilpak, mutsen en handschoenen moesten aandoen. Tijdens de lange overtochten in 2018/2019 was het ’s nachts veelal niet eens nodig geweest om een lange broek aan te doen! Wat gelijk wel herkenning opriep was het slechte slapen in de eerste nacht(en).
Op de weerkaarten hadden we al gezien dat er de eerste nacht een koudefront zou passeren, maar de windshift bij het passeren van het front was toch wel een beetje heftig. Bij het passeren van het front draaide de wind van een comfortabele bakstagwind opeens naar scherp aan de wind met 25-28 knopen wind. Dat betekende stevig reven, maar ook na het reven lagen we ’s nachts stevig tegen het slingerzeil en de kajuitwand aangedrukt. Bij dit aan de wind varen, ging het de eerste nacht ook steeds sterker naar diesel stinken in de boot. Vooral in de achterkajuit was de diesel geur heel heftig. Wetende dat de dieseltank onder de achterkajuit ligt, hebben we de dieseltank opnieuw geïnspecteerd. Het lek was gelukkig snel gevonden, vanaf het inspectieluik van de dieseltank liep een druppelspoor met diesel richting de bilge. Bij het inspecteren van de dieseltank in Praia da Vitória hadden we de schroeven van de deksel van de dieseltank kennelijk toch nog iets stevig hadden moeten aandraaien.
Maar al tijdens de tweede avond op de boot, na de eerste keer koken, eten en afwassen, merkten we dat de gewenning aan het zeezeilen begon te lukken.
Normaal zeezeilweer
Dat wennen aan het zeezeilen lukte de 3e dag ook helemaal nadat we ook de eerste groep dolfijnen een kwartiertje voor de boeg hadden.
De dagen daarop waren – behalve de kou – steeds wisselend: veel wind, weinig wind, motor aan, motor uit, zonneschijn, maar ook veel mist. Kortom, normaal zeezeilen op de Atlantische Oceaan. Maar met de bijna helemaal gesloten tent over de kuip en met dikke (zeil)kleren aan was het prima uit te houden .

Grote problemen: brand in het motorcompartiment!
De bijna voorspelbare aaneenschakeling der dingen werd op dag 9 om 3:00 u – midden in de nacht – wreed verstoort. We hadden na het passeren van het zoveelste front opeens nog maar 5 knopen wind uit het NO. De wind was dus opeens zwak maar ook pal tegen. Ik had op dat moment zelf de wachtdienst en heb de zeilen ingerold. Het werd tijd om de motor maar te starten. Ik draaide de startsleutel om, maar er gebeurde niets. Echter binnen 10 seconden na het omdraaien van de startsleutel stond de hele kajuit opeens vol met rook! Binnen dezelfde 10 seconden stonden we ook alle drie al bij een opengeklapt luik van het motorruim. Daar zagen we heel veel rook vandaan komen en ook een vuurtje naast het motorblok. Nog tien seconden later hadden we een fles water en een van de schuimblusser in de hand en begonnen we koortsachtig te overleggen. We wisten dat het gebruik van de schuimblusser zou beteken dat de motor wellicht nooit meer bruikbaar zou zijn en een fles water zou de motor wellicht ook niet veel goed doen. Gelukkig doofde het vlammetje binnen een minuut vanzelf uit. Daarna werd het even heel stil aan boord!
De ergste nachtmerrie van een zeiler is misschien wel een brand aan boord midden op zee. Die angst voor vuur aan boord zakte gelukkig geleidelijk wel weg, maar om 3:00 ’s nachts is het niet het beste moment voor uitgebreid overleg. Daarom besloten we eerst maar even de zeilen uit te rollen, de koers aan te passen en proberen te gaan slapen.

De volgende ochtend gingen we uiteraard direct op onderzoek uit. We zagen aan het motorblok zelf eigenlijk geen schade. Een aantal slangetjes en draden rond het motorblok waren echter duidelijk gesmolten of verkoold. Gelukkig lukte het ons via de satelliettelefoon een foto naar onze reparatiewerf in Nederland mailen waarop we de door de brand beschadigde delen hadden aangeven . Tijdens een telefoongesprek met de werf concludeerden we samen dat het probleem vermoedelijk een korsluiting was tussen de startsleutel en de startmotor. Na deze analyse durfden we de motor weer te starten, maar bij het omdraaien van de startsleutel hoorden we alleen maar een aantal droge kliks uit de startmotor. Het was duidelijk, de startmotor had het begeven door de kortsluiting en door de brand zouden we de motor tijdens de rest van de tocht niet meer kunnen gebruiken.
Zeilen lukt altijd op een zeilboot
Als de motor het niet meer doet, dan blijft er op zeilboot altijd nog een tweede optie over: zeilen. En als een geluk bij een ongeluk ging opeens ook nog een lekkere ruime wind waaien. Falmouth in Zuid West Engeland was opeens weer prima bezeild.
Een volgend vraag kwam direct wel naar boven: leveren onze vier zonnepanelen bij bewolkt weer en mist genoeg energie op om de instrumenten – en vooral de stuurautomaat – in bedrijf te houden. We besloten de koelkast uit te zetten en ook extreem zuinig te doen met de andere energieverbruikers aan boord. Gelukkig blijk dat de zonnepanelen steeds genoeg stroom opleverden om de accu’s de laatste vier dagen prima op spanning te houden.
Zoals gezegd, na de brand was de wind meer dat prima, sterker nog, we hebben op de laatste dag, onder genaker, zelfs urenlang een snelheid van meer dan 7,5 knoop gemiddeld gevaren.

Tijdens een lange surf schreef David het absolute snelheidsrecord van onze boot op zijn naam: 11,3 knopen! Urenlang boven rompsnelheid varen hadden we nog nooit meegemaakt op onze 36 voet lange toerzeilboot! Dit moest natuurlijk duidelijk en prominent terugkomen in het logboek.
Lekker zeilen is natuurlijk fantastisch, maar zeilend – zonder motor – Falmouth binnen varen en aanleggen leek ons best een uitdaging. Gelukkig kon Douwe van DE Yachting in Medemblik al twee dagen voor Falmouth melden dat hij in Falmouth een bedrijf hadden gevonden die ons én naar binnen kon slepen én de juiste vervangende startmotor had klaarliggen. Wat een geruststelling en vooral wat een service!
Falmouth

Al zeilend voeren we richting de havenmond van Falmouth en precies op de afgesproken plek zagen we een grote RIB van het reparatiebedrijf uit de mist opdoemen. Deze RIB sleepte ons de laatste zeemijl naar binnen en hielp ons aanleggen in Falmouth Yacht Marina. Na 11 dagen zeilen waren we veilig in Falmouth aangekomen! Opeens lagen we bewegingsloos in een box. Toen we vervolgens een eerste biertje opentrokken was direct alle kou en ongemak vergeten.
Volgende blog: 27. Falmouth Medemblik in 2021, de laatste etappe van een onvergetelijke reis